Moeder zijn; het grote loslaten

De laatste tijd grijpt het me aan. Dat de tijd vliegt. Dat mijn jongens zó snel groot worden.
Cliché, maar wel hartstikke waar.
Ik weet zeker dat dit een emotie is die veel moeders herkennen. Dat je trots en verdrietig tegelijk bent als je naar je kinderen kijkt. Trots op hoe lief ze zijn, hoe grappig, hoe knap. Hoe ze vol bewondering naar de wereld kijken, elke dag iets nieuws leren en je kunnen verrassen met een slimme vraag, dikke knuffel of bijzonder inzicht. Maar ook verdrietig. Verdrietig omdat ze nooit meer zo klein zullen zijn. Je ze het liefst altijd dichtbij je wil houden en ze overal voor wil beschermen. Je weet dat dat niet kan, en dat je ze langzaamaan steeds een beetje meer moet loslaten.

Stil in huis
Om mijn oudste zoon kan ik uren piekeren. Straks gaat hij naar school. Is hij 5 dagen per week van huis. Wat zal ik hem missen, en wat zal het stil zijn in huis zonder hem. Natuurlijk kan ik hem soms achter het behang plakken als hij weer eens een bui heeft, hij nergens naar luistert en als hij het vertikt om te eten. Maar dan ineens is hij weer mijn lieve kleine vriendje: “mama, ik vind jou zo lief”.
Ik denk dan aan mijn moeder, die toen ik klein was tegen me zei: “ik zou je in een doosje willen doen, en dan bewaren, heel goed bewaren”. Wat begrijp ik haar goed nu ik zelf moeder ben.

Onvoorwaardelijke liefde
Die onvoorwaardelijke liefde, ik wist niet dat het bestond, en dat het zo sterk kon zijn. Langzaamaan begin ik aan het idee te wennen. Nog een paar maanden en dan is hij vier. Dat wordt huilen op het schoolplein. Voor mama dan. Want mijn kleine man gaat het vast onwijs naar zijn zin hebben, en ik kijk al uit naar de verhalen waar hij mee thuiskomt en de nieuwe dingen die hij zal leren. Maar nog het meest kijk ik ernaar uit dat ik hem om 14u weer op mag komen halen, en hij weer voor even alleen van mij is.
En tot die tijd? Tot die tijd knuffel ik hem nog net even wat harder en geniet ik van de dagen dat we gezellig samen thuis zijn.
Reacties